
Ik ben Marloes, 44 jaar.
En als je mij twee jaar geleden had gevraagd hoe gezond ik was? Dan had ik zonder twijfel gezegd:
“Prima! Ik eet redelijk gezond, ik ben niet dik, en ik heb een actief leven.”
Maar nu weet ik beter.
Mijn lichaam was al een tijd aan het waarschuwen, alleen ik luisterde niet.
Het begon met kleine dingen
Ik werd ’s ochtends steeds vaker wakker met een opgeblazen gevoel. Mijn taille was langzaamaan verdwenen, ook al was mijn gewicht nauwelijks veranderd.
Ik voelde me futlozer, kon me moeilijk concentreren en had na het eten vaak een dip waar ik het liefst m’n hoofd op tafel legde.
“Het zal de leeftijd wel zijn,” zei ik tegen mezelf.
Of “ik moet misschien iets gezonder eten.”
Maar ik deed verder niets.
Tot mijn bloeduitslagen terugkwamen.
“Uw leverwaarden zijn verhoogd, en u zit tegen prediabetes aan”
Die woorden zag ik niet aankomen.
Ik schrok. Want hoe kon dat? Ik was toch niet echt te zwaar?
Mijn huisarts legde uit dat het niet ging om wat je ziet, maar om wat er binnenin gebeurt.
“Je hebt waarschijnlijk te veel visceraal vet,” zei hij.
Dat was de eerste keer dat ik van die term hoorde.
Vet rondom je organen – het stille gevaar
Visceraal vet zit niet onder je huid, maar rond je organen: je lever, darmen, alvleesklier.
En het blijkt superactief vet te zijn – het geeft ontstekingsstofjes af en verstoort je bloedsuiker, hormonen en energieniveau.
En het gekke is:
Je hoeft er niet dik voor te zijn.
De huisarts vertelde dat iedereen een persoonlijke vetdrempel heeft. Als je lichaam je vet nergens meer kwijt kan onder je huid, dan verplaatst het zich naar binnen. Naar je buikholte. Naar je lever. Naar plekken waar het schade aanricht.
En bij mij was die grens dus bereikt, zonder dat ik het doorhad.
Ik voelde me ineens niet meer ‘gezond’
Wat ik altijd voor normaal had gehouden – een beetje buikvet, wat energiedips, lichte cravings – bleken gewoon signalen.
Mijn lijf riep al een tijd: "Help!"
Het voelde als een wake-up call.
Geen dieet meer. Geen “morgen begin ik”.
Ik wilde het nu omkeren.
En dat kon.
Ik begon met kleine aanpassingen:
Meer onbewerkte, voedzame maaltijden
Focus op verzadiging in plaats van calorieën tellen
Wandelen na het eten
Vaste rustmomenten in m’n dag
En vooral: begrijpen wat mijn lichaam nodig heeft
Langzaam begon ik me weer helder te voelen. Mijn buik werd rustiger, mijn energie kwam terug en m’n bloedwaarden verbeterden. Mijn buikomvang nam af, maar het was vooral de verandering van binnen die me vertrouwen gaf.
En jij?
Misschien herken jij dit verhaal wel.
Misschien voel je je niet ziek, maar ook niet echt gezond.
Misschien merk je stiekem dat je lichaam signalen geeft – maar schuif je het voor je uit.
Als ik één ding geleerd heb, is het dit:
Je hoeft niet te wachten tot het erger wordt.
Je kunt al eerder ingrijpen. En dat maakt álles makkelijker.
Liefs,
Marloes
(en Rob natuurlijk, die mij hiermee op weg heeft geholpen 😉)
👉 Wil je net als Marloes leren hoe je dat stille vet van binnen aanpakt?
Download dan 👉het gratis e-book of doe mee met 👉de 7-daagse challenge waarin je ontdekt hoe je je lichaam weer verzadiging, balans en energie teruggeeft.